Nieuw wetsvoorstel geeft opa's en oma's meer kans op een omgangsregeling met de kleinkinderen

Nieuw wetsvoorstel geeft opa's en oma's meer kans op een omgangsregeling met de kleinkinderen

Niet alleen voor ouders zelf, maar ook voor grootouders is de scheiding van hun kinderen een ingrijpende aangelegenheid. Er kan van alles veranderen in de omgang met de kleinkinderen. Wanneer het contact ongewild wordt verbroken, hebben opa's en oma's de mogelijkheid de rechter om een omgangsregeling te vragen.
Uit onderzoek blijkt dat voor meer dan de helft van de opa’s en oma’s geldt dat het contact met hun kleinkinderen na een scheiding is veranderd. Feestdagen, verjaardagen en uitstapjes met de familie zijn niet meer hetzelfde. Een familie verandert van samenstelling.
Een andere grote verandering betreft natuurlijk de relatie met de schoonzoon of –dochter en dit kan weer van invloed zijn op het contact tussen de grootouders en de kleinkinderen. In sommige gevallen verandert de familiesituatie zodanig dat grootouders hun kleinkinderen nauwelijks of niet meer kunnen of mogen zien.

Opa en oma zijn vaak juist veilige haven voor kinderen 
En dat terwijl grootouders vaak een belangrijke rol voor kinderen spelen, ook juist tijdens en na een scheiding. Voor kinderen zijn en blijven de opa en oma meestal een stabiele en veilige factor. In tijden van onrust en onzekerheid kunnen de grootouders een luisterend oor bieden en extra aandacht aan hun kleinkind besteden. Grootouders kunnen voor gewenste afleiding zorgen en het kind helpen bij de verwerking van de scheiding van hun ouders.

Wettelijk recht op omgang met de kleinkinderen
Het kan dus voor zowel de kleinkinderen als de grootouders verdrietig of zelfs schadelijk zijn wanneer het contact door een scheiding buiten hun eigen wil om wordt verbroken. Daarom is het goed dat er nu een wetsvoorstel (wet drempelverlaging omgang grootouders) is, dat kleinkinderen en grootouders de mogelijkheid biedt om de rechter officieel te vragen om een omgangsregeling.
Om dit verzoek succesvol te laten zijn, moeten zij wel aantonen dat zij ‘in nauwe persoonlijke betrekking’ tot het kleinkind staan. Dit betekent dat er vóór de scheiding al structureel en regelmatig contact moet zijn geweest tussen de kleinkinderen en de grootouders. Wanneer een grootouder één dag per week op het kleinkind paste voor de scheiding, kan dit bijvoorbeeld een ‘nauwe persoonlijke betrekking’ vormen.

Belang van het kind weegt het zwaarst
De rechter maakt een afweging tussen het belang van het kind bij contact met de grootouders en de belasting die dit voor het kind en de ouders oplevert. Het ‘belang van het kind’ weegt bij deze afweging het zwaarst. Een advocaat/mediator kan grootouders adviseren en bijstaan in een dergelijke procedure bij de rechtbank.

« terug naar het overzicht